Algemeen 16 juli 2020
De 29-jarige Roy B. is vandaag door de rechtbank in Den Haag veroordeeld tot een gevangenisstraf van 44 maanden (bijna 4 jaar) voor mishandeling, waardoor de pas 17-jarige Orlando Boldewijn de dood heeft gevonden.
Het slachtoffer is in de nacht van 18 op 19 februari 2018 in het ijskoude water “De Blauwe Loper” in Ypenburg in Den Haag terechtgekomen nadat hij en de verdachte een date hadden gehad op de ponton van de verdachte en de verdachte het slachtoffer terug had gebracht naar de kade. Toen de verdachte, weer terug op zijn ponton, het slachtoffer in het water zag en om hulp hoorde roepen, heeft hij niets gedaan om hem te helpen.
In deze zaak wordt de verdachte verweten dat hij opzettelijk heeft nagelaten het slachtoffer uit het water te helpen of hulp in te schakelen. Dat is anders dan bij de meeste mishandelingsfeiten waarbij een verdachte opzettelijk actief geweld pleegt. Zoals ook de Hoge Raad, de hoogste Nederlandse rechter, al eens heeft uitgemaakt, zorgt het ijskoude water voor een nare lichamelijke ervaring. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich ervan bewust was dat het slachtoffer in nood was. Zo riep het slachtoffer om hulp en heeft de verdachte verklaard dat hij niet zelf het water in kon gaan omdat de kou van het water hem dan fataal zou kunnen worden. Omdat de verdachte het slachtoffer zo, bewust van de gevaren, in zijn benarde positie heeft gelaten, is de rechtbank van oordeel dat mishandeling kan worden bewezen.
De verdachte heeft het politieonderzoek naar de vermissing gefrustreerd, waardoor de nabestaanden heel lang in onzekerheid hebben gezeten over het lot van hun dierbare. Hij heeft als getuige gelogen en hij heeft doelbewust bewijsmateriaal, chatberichten en de ov-chipkaart van het slachtoffer weggemaakt. Verder heeft hij verwerpelijk en berekenend gedrag vertoond in de dagen nadat het slachtoffer was verdronken. Zo is hij onder andere op de plek waar het slachtoffer was verdronken gaan vissen en heeft hij een camera willen lenen om onder water te kunnen kijken. Het getuigt van een groot gebrek aan moreel besef en inzicht in de gevoelens en belangen van anderen. Gezien de ernst van het feit en de houding van de verdachte kan de rechtbank niet anders dan een lange onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Daarop zijn een aantal maanden gevangenisstraf in aftrek gebracht ter compensatie, omdat de verdachte bedreigd is na zijn aanhouding en het lang heeft geduurd voordat de zaak voor de rechter is gekomen.