Algemeen 2 februari 2024
Afgelopen week bleek bij toeval dat de rechtbank in Den Haag een document ter inzage had gegeven aan de media waarin de persoonsgegevens (voorletters, achternamen en geboortedata) van zes zedenslachtoffers vermeld stonden. Dit verspreiden richting media van gevoelige informatie over slachtoffers blijkt te pas en te onpas te gebeuren. Dit moet stoppen en snel. Slachtoffers verdienen betere bescherming.
Cliënten, vijf van de slachtoffers, waren ernstig van slag toen zij dit vernamen. Zij lieten weten het bizar te vinden dat hun gegevens niet veilig zijn bij de rechtbank. Zij gaven aan nu ook beter te begrijpen waarom sommigen géén aangifte durven te doen.
Hierop heb ik direct namens cliënten een klacht en handhavingsverzoek ingediend bij de procureur-generaal bij de Hoge Raad. De verspreiding van deze persoonsgegevens is onrechtmatig en in strijd met de AVG. Daarnaast is deze schending ook in strijd met onder andere de EU-richtlijn betreffende minimumnormen voor slachtofferrechten, evenals artikel 8 EVRM.
De vrouwen zijn slachtoffer in de strafzaak tegen de 62-jarige basisschool- en tennisdocent uit Pijnacker die ervan wordt verdacht met de, destijds minderjarige, vrouwen ontucht te hebben gepleegd. Verder wordt hij verdacht van het in bezit hebben van zo’n 11.000 stuks pornografisch materiaal.
De Hoge Raad heeft inmiddels laten weten de kwestie nader te onderzoeken.
De rechtbankvoorzitter van deze zaak heeft na mijn bericht besloten dat de informatie in de tenlastelegging die nog niet eerder in het openbaar is behandeld, moet worden verwijderd uit de zittingslijst die met de pers wordt gedeeld. Dit zou inmiddels gebeurd zijn.
Deze kwestie, die verder reikt dan deze specifieke situatie, wordt vervolgd.
Zie ook: Algemeen Dagblad