Skip to content Skip to footer

Veroordeling na beklag over niet-vervolgen aanranding

In 2021 heeft slachtofferadvocaat Sébas Diekstra namens een cliënte een zogeheten artikel 12 Sv-procedure opgestart. Haar aangifte van aanranding uit 2019 was namelijk geseponeerd door de officier van justitie; er zou geen vervolging plaatsvinden.

Bij het indienen van het klaagschrift hebben wij alle beschikbare bewijsmiddelen ingediend. Opmerkelijk genoeg kwamen deze stukken van een ander bureau van het Openbaar Ministerie en waren ze blijkbaar niet in bezit van de zaaksofficier toen het besluit tot seponeren werd genomen. Dit extra bewijs bleek cruciaal. Mede op basis hiervan adviseerde de advocaat-generaal bij het Haagse gerechtshof om de verdachte alsnog te vervolgen.

Het gerechtshof verklaarde de klacht van cliënte gegrond in 2022 en beval de vervolging van de verdachte. Na aanvullende onderzoekshandelingen door de rechter-commissaris, werd de verdachte gedagvaard voor een zitting bij de strafrechter.

Vandaag, bijna vier jaar na de initiële aanranding, stond de verdachte terecht voor de politierechter in Rotterdam. Daar kreeg onze cliënte de gelegenheid haar verhaal te doen en heeft zij de rechter om gerechtigheid gevraagd. En die gerechtigheid kwam er, eindelijk: de verdachte is veroordeeld voor aanranding en moet nu een schadevergoeding betalen aan het slachtoffer.

Zowel de verdachte als de officier van justitie hebben nu twee weken om te beslissen of ze in hoger beroep gaan. Doen ze dat niet, dan komt de uitspraak vast te staan en wordt deze onherroepelijk.

Deze zaak onderstreept maar weer eens het belang van een kritische houding na een sepotbeslissing; het kan, onder de juiste omstandigheden, zinvol zijn om een beklagprocedure bij het gerechtshof te starten.